Kennis en onderzoek: publicaties tot april 2022

De afgelopen periode is veel (wetenschappelijk) onderzoek gepubliceerd. Onder andere over nanoplastics, nanotechnologie en koolstofnanobuisjes.

EUON publiceert studie over nanomaterialen in afval

Het ECHA EU Observatory for Nanomaterials (EUON) heeft een rapport uitgebracht, geleverd door RPA Europe, over de hoeveelheid afvalstromen die nanomaterialen bevatten in de EU.

Het rapport heeft betrekking op zowel vervaardigde als incidentele nanomaterialen en is gebaseerd op een literatuuronderzoek aangevuld met interviews met experts. Het kwam tot de bevinding dat het niet mogelijk is om een ​​degelijke, op feiten gebaseerde conclusie te trekken over de precieze hoeveelheden nanomaterialen op de Europese markt en in afvalstromen, hoewel algemene massastroommodellen op grote schaal worden gebruikt om een ​​algemeen overzicht te geven van de distributie van specifieke nanomaterialen in de leefomgeving. Meer informatie: https://nanotechia.org/news/euon-publishes-study-nanomaterials-waste

Lees de volledige studie hier.

Papers over Sustainable Development Goals, Safe- and sustainable-by-design

Er zijn recentelijk twee papers gepubliceerd over het onderwerp duurzaamheid en nanomaterialen.

De eerste paper, Nanotechnology for a Sustainable Future: Addressing Global Challenges with the International  Network4Sustainable Nanotechnology, kijkt naar de bijdrage die nanotechnologieën kunnen leveren aan het behalen van de UN Sustainable Development Goals (SDG’s). Het artikel, mede geschreven door NIA-lid het Nano Institute of Sydney University, stelt dat nanotechnologie de vooruitgang naar de SGD’s (waarvan het doeljaar 2030 is) kan versnellen, zowel rechtstreeks als door interdisciplinariteit. Het bespreekt de rol van nano-enabled oplossingen, technologieoverdracht, circulaire economie en bevat voorbeelden uit nationale strategieën. Toonaangevende nanocentra over de hele wereld hebben ook een netwerk gevormd om het gesprek voort te zetten en gezamenlijke actie op het gebied van mondiale uitdagingen te ondersteunen.

De tweede paper, Safe- and sustainable-by-design: The case of Smart Nanomaterials. A perspective based on a European workshop, kijkt naar slimme nanomaterialen voor het ontwikkelen en implementeren van safe and sustainable-by-design (SSbD) benaderingen in de chemische industrie. Het document bouwt voort op de bevindingen van een workshop die in het najaar van 2020 werd georganiseerd door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (JRC) en het directoraat-generaal voor Onderzoek en Innovatie (DG RTD) van de Europese Commissie, waar het concept van SSbD werd geïntroduceerd en gerelateerde industriële en regelgevende uitdagingen voor slimme nanomaterialen.

Tot de geïdentificeerde behoeften behoorden i) een overeengekomen terminologie; ii) een gemeenschappelijk begrip van SSbD-principes; iii) criteria, beoordelingsinstrumenten en prikkels om de ​​overgang naar SSbD te realiseren; en iv) wet- en regelgeving die klaar is voor innovatieve nanomaterialen. De paper presenteert de huidige stand van de techniek en de behoeften voor toekomstige activiteiten, gebaseerd op het resultaat van de workshop en verdere overwegingen.

Rapport RIVM over Nanotechnologie en Safe-by-Design

Het RIVM heeft het rapport ‘Inventory of research into Safe-by-Design Horizon2020 projects from 2013 to 2020’ gepubliceerd. Het rapport bevat een overzicht van studies die gepubliceerd zijn tussen 2013 en 2020 en zich richten op Safe-by-Design, waarbij de focus lag op de veiligheid van nanomaterialen. Het rapport is bedoeld om onder andere beleidsmakers en de industrie te inspireren.

EUON publiceert Nanopinion on nanoplastics risk assessment

Nanoplastics worden een bekende term vanwege de toegenomen discussies over plasticvervuiling, maar ze zijn niet zo goed beschreven als de meeste andere typen nanomaterialen. Deze Nanopinion die op de website van de EU Observatory on Nanomaterials (EUON) is geplaatst, heeft tot doel enige duidelijkheid in het debat te brengen.

Het groottebereik met betrekking tot nanoplastics spant van 1 tot 1000 nm, hoewel sommige auteurs er de voorkeur aan geven een bovengrens van 100 nm in te stellen. De auteurs van het artikel leggen uit dat nanoplastics het gevolg zijn van de fragmentatie van grotere plastic producten, waardoor het een uitdaging is om ze in complexe media te identificeren vanwege de onzekerheden over hun samenstelling. In het artikel worden deze aangeduid als secundaire kunststoffen.

De meeste ecotoxiciteitsstudies die momenteel gaande zijn, gebruikten echter nanoplastics die in het laboratorium zijn ontworpen, met gedefinieerde eigenschappen. Ook al is het verre van de werkelijke situatie, toch kunnen dergelijke onderzoeken als model worden gebruikt om de criteria te definiëren om te beoordelen welke fysisch-chemische eigenschappen van nanoplastics het meest relevant zijn voor de risicobeoordeling. Het artikel stelt enkele relevante criteria voor, zoals samenstelling, chemische uitloging, hydrofobiciteit of kleur. De volledige Nanopinion is hier te vinden.

ACS artikel – Het regelgevingskader voor nanoplastics

ACS (American Chemical Society) heeft een artikel gepubliceerd over het huidige en mogelijke toekomstige kader voor de regulering van opzettelijk geproduceerde nanoplastics in de EU.

Het artikel, onder meer medeauteurschap van NIA-lid Birmingham University, bespreekt of nanoplastics beter gereguleerd kunnen worden als nanomaterialen of polymeren, en analyseert de relevante beleids- en wetgevingsprocessen die momenteel op EU-niveau gaande zijn.

Dit blijft een belangrijk onderwerp in het debat over plastic afval en milieubescherming. In 2020 heeft de NIA een position paper uitgebracht die bijdraagt ​​aan de discussie en de noodzaak illustreert om een ​​nauwkeurige terminologie te gebruiken om verwarring tussen opzettelijk geproduceerde en accidentele nanoplastics te voorkomen.

Publicatie nanotechnologie door RIVM in het tijdschrift Nature

Op donderdag 20 januari publiceerde Nature Nanotechnology het artikel Quantitative tracing of uptake and transport of submicrometer plastics in crop plants met lanthanidechelaten als dual-functional tracer. Dit onderzoek beschrijft een nieuwe methode voor het meten van plastic in planten, ontwikkeld door RIVM-onderzoeker Willie Peijnenburg in samenwerking met Chinese onderzoekers. Het is voor het eerst mogelijk geworden om de plasticconcentraties in planten te kwantificeren. Het artikel is hier te vinden: Quantitative tracing of uptake and transport of submicrometre plastics in crop plants using lanthanide chelates as a dual-functional tracer | Nature Nanotechnology.

TNO publicatie: risicobeoordeling van geavanceerde materialen

Dat er vaak te weinig informatie over geavanceerde materialen is betekent niet dat we het risico helemaal niet kunnen beoordelen. RIVM-onderzoekers bedachten een andere aanpak van beoordeling. Deze aanpak pikt signalen van zorg op over geavanceerde materialen. Onderzoekers van TNO keken of de huidige modellen voor risicobeoordeling ook geschikt zijn voor de beoordeling van geavanceerde materialen. Dit bleek voor een groot deel het geval te zijn. Maar er ontbrak een belangrijk element: informatie over het gedrag en de gevaren van de nieuwe materialen. Hierdoor is het toch niet goed mogelijk om op tijd de risico’s van geavanceerde materialen in te schatten.

Zie ook: https://www.rivm.nl/nanotechnologie/advanced-materials/hoe-herken-je-mogelijke-risicos-van-geavanceerde-materialen-zo-vroeg-mogelijk

Ga naar het artikel

Publicatie: Nieuwe methode voorspelt schadelijkheid nanomaterialen voor de longen

Sommige nanomaterialen kunnen na inademing de longen beschadigen, of zelfs leiden tot longkanker. Om de noodzaak voor het testen in dieren zo laag mogelijk te maken hebben onderzoekers een nieuwe methode ontwikkeld om te voorspellen of nanomaterialen longen kunnen beschadigen.

Lees meer op de website van RIVM of ga direct naar de publicatie.

Schade door koolstofnanobuisjes; een nieuw stukje van de puzzel

Japanse onderzoekers hebben een nieuw soort uitsteeksel ontdekt op cellen dat reageert op koolstofnanobuisjes. Deze kennis komt van pas bij het veiligheidsonderzoek naar verschillende typen koolstofnanobuisjes. En ook bij een mogelijke behandeling van ziektes die erdoor worden veroorzaakt.

Lees meer op de website van RIVM of ga direct naar de publicatie.

NanoSafe III: Een gebruiksvriendelijk veiligheidsbeheersysteem voor nanomaterialen in laboratoria en kleine onderzoeksfaciliteiten

Deze paper presenteert een bijgewerkte versie van een risicobeoordelingstool voor het werken met nanomaterialen op basis van een drietraps ‘Control Banding’ benadering en het voorzorgprincipe. Het toepassen van Control Banding in laboratoria zorgt voor een efficiënte evaluatie van het risico van nanomaterialen. De eerste stap is het bepalen van het gevaargroep (hazard band) van het nanomateriaal. In de tweede stap wordt werknemersblootstelling geëvalueerd en worden de processen geclassificeerd in drie ‘nanoniveaus’ voor elke specifieke gevaargroep. De werknemersblootstelling wordt geschat met behulp van een laboratorium blootstellingsmodel. Het resultaat van deze berekening in combinatie met de limietwaarden voor werknemersblootstelling voor nanomaterialen inclusief een veiligheidsfactor is de laatste stap.

EFSA publicatie: risicobeoordelingsgrichtlijn voor nanomaterialen die worden toegepast in de voedsel- en voederketen

EFSA heeft de gids voor de risicobeoordelingsrichtlijn van de toepassing van nanomaterialen in de voedsel- en voederketen bijgewerkt. De richtlijn beschrijft de toepassing van nanowetenschap en -technologie binnen novel foods, voedselcontactmaterialen, voedsel- en voederadditieven en pesticiden. Verschillende wetenschappelijke studies over fysisch-chemische eigenschappen, blootstellingsbeoordeling en gevaarkarakterisering van nanomaterialen zijn de basis voor deze update. Ga naar de richtlijn.

Beroepsrisico van nanobiomaterialen: beoordeling van nano-enabled magnetietcontrastmiddel met behulp van het BIORIMA Decision Support System 

Deze publicatie omschrijft de risicobeoordeling van een specifiek nano-biomedisch product, namelijk magnetiet (Fe3O4). Hierbij werd het zogenoemde BIORIMA Decision Support System gebruikt. Het is belangrijk om het risico van dit type producten te bepalen om arbeidsveiligheid te garanderen. In de studie worden blootstellingsscenario’s van arbeiders beschreven. Met behulp van het BIORIMA systeem werden risicoschattingen gedaan. De auteurs concludeerden dat er geen risico’s waren voor bloostelling via de luchtwegen, de huid of mond. Lees de publicatie hier.

Artikel: Overzicht van normen met betrekking tot het beroepsrisico en de veiligheid van nanotechnologieën

In de afgelopen 15 jaar zijn er veel normen ontwikkeld op het gebied van nanotechnologieën, waarbij met name rekening is gehouden met arbeidsrisico’s en -veiligheid. Normen zijn essentieel voor de samenleving en moeten in feite worden beschouwd als een belangrijk hulpmiddel voor bedrijven om duurzame producten en procesinnovatie te ondersteunen. Dit overzichtsartikel geeft een beschrijving van de normen op het gebied van nanotechnologieën, met speciale nadruk op ISO-niveau, maar ook op Europees niveau, waar normen worden beschouwd als een belangrijke ondersteuning van wetgeving. Een korte presentatie van vijf relevante ISO-normen is opgenomen. Relevante Europese normen worden ook vermeld. De control banding-benadering voor arbeidsrisicobeheer toegepast op technisch vervaardigde nanomaterialen, volgens ISO/TS 12901-2:2014, wordt gepresenteerd. Lees hier verder

NaKnowBase: een EPA-database over de effecten van gemanipuleerde nanomaterialen

Het US EPA Office of Research and Development (ORD) heeft een onderzoeksprogramma uitgevoerd om de potentiële risico’s van opkomende materialen en technologieën, waaronder technische nanomaterialen (ENM), te beoordelen. Als onderdeel van dat programma werd een kennisbank voor nanomaterialen ontwikkeld, genaamd “NaKnowBase”, die de resultaten bevat van gepubliceerd ORD-onderzoek dat relevant is voor de mogelijke ecologische en biologische acties van ENM. De experimentele gegevens behandelen problemen zoals ENM-afgifte in het milieu; transport en transformaties in verschillende lagen van het milieu; blootstelling van mensen, dieren of planten aan ENM; en de mogelijke effecten op die soorten. De database bevat informatie over de fysisch-chemische eigenschappen van geteste ENM, uitgevoerde testen en hun parameters, en de verkregen resultaten. NaKnowBase (NKB) kan worden opgevraagd met SQL-code of via een gebruiksvriendelijke webinterface. Ook is het mogelijk om gegevens uit de database te exporteren naar Excel om zelf analyses uit te voeren. Mogelijk gebruik van de gegevens kan input zijn voor kwantitatieve structuur-activiteitsrelaties (QSAR), meta-analyses of andere onderzoeksbenaderingen. Lees hier meer over NaKnowBase.

Verzameling van gecontroleerde nanoveiligheidsgegevens: de CoCoN-database, een hulpmiddel om de gevaren van nanomaterialen te beoordelen

Risicobeoordeling is de eerste stap in de risicobeoordeling van nanomaterialen. Het totale aantal onderzoeken naar de Het totale aantal onderzoeken naar de biologische effecten van nanomaterialen of innovatieve materialen neemt gestaag toe en ligt boven de 40.000. Er zijn meerdere databases opgezet om de hoeveelheid gegevens beheersbaar te maken, maar deze zijn vaak zeer gespecialiseerd of kunnen alleen door experts worden gebruikt. Dit artikel beschrijft een nieuwe database die gebruik maakt van een reeds bestaande dataverzameling van ongeveer 35.000 publicaties. In deze review wordt een nieuwe database beschreven die waardevolle informatie bevat voor het inschatten van gevaren van nanomaterialen en die zou moeten helpen bij de voortgang van nanoveiligheidsonderzoek.

Hoe kunnen we het groeperen van nanovormen voor gevarenbeoordeling rechtvaardigen? Concepten en hulpmiddelen om gelijkenis te kwantificeren

Er kan niet worden aangenomen dat het risico van elke nanovorm (NV) van dezelfde stof hetzelfde is, aangezien ze kunnen verschillen in hun fysisch-chemische kenmerken, blootstelling en gevaar. We kunnen echter ook niet rechtvaardigen dat er meer dierproeven en middelen nodig zijn om elk NV afzonderlijk te testen. Om de noodzaak om alle NV’s te testen te verminderen, kan aan (wettelijke) informatie-eisen worden voldaan door nanovormen te groeperen. Om een ​​dergelijke groepering acceptabel te laten zijn, is het belangrijk om overeenkomsten in fysisch-chemische eigenschappen, toxicokinetisch gedrag en (eco)toxicologisch gedrag aan te tonen. Deze paper schetst bestaande en nieuwe methoden om deze overeenkomsten te beoordelen.

Recent gepubliceerde boekhoofdstukken

Bekijk hier de recent gepubliceerde boekhoofdstukken.